Detectie lage batterijspanning en vervangen van de batterijen

Wanneer de batterij van de sensor bijna leeg is, geeft de sensor aan dat de batterijspanning laag is. De besturingseenheid geeft dan een vergrendelingsindicatie en onderbreekt de stroomtoevoer naar het fornuis.
Opmerking:
Zolang de batterijen niet zijn vervangen, is de noodmodus de enige manier om het fornuis te gebruiken.

Modus voor gebruik in noodgevallen

Attentie:
Deze functie is alleen bedoeld voor noodgevallen! Vervang de batterijen zo snel mogelijk als de batterijen van de sensor bijna leeg zijn.
  1. Het fornuis staat standaard uit in de noodmodus. Om het fornuis te gebruiken, drukt u op de sensorknop om naar de noodmodus te gaan. De besturingseenheid maakt een geluid en herstelt de stroomtoevoer naar het fornuis.
  2. Het fornuis kan nu maximaal 6 uur worden gebruikt.
    Opmerking:
    Telkens u het fornuis uitschakelt, moet de sensorknop opnieuw worden ingedrukt om de noodmodus te activeren en de stroomtoevoer naar het fornuis te herstellen.

De batterijen vervangen

  1. Verwijder de sensor van de afzuigkap/montagebeugel.
  2. Open het batterijdeksel door de afdekking te verschuiven. Schuif het batterijdeksel open.
  3. Verwijder de lege batterijen.
  4. Druk 5 keer op de sensorknop.
  5. Plaats nieuwe batterijen (2 x 1,5V AAA) in het batterijcompartiment volgens de polariteitsmarkeringen.

    De beste manier om de batterijen te plaatsen is om eerst beide uiteinden te plaatsen en dan vanuit het midden te drukken om ze samen op hun plaats te zetten.

    Attentie:
    Ontploffingsgevaar! Gebruik alleen 1,5V AAA-batterijen. Zorg ervoor dat de batterijen worden geïnstalleerd volgens de polariteitsmarkeringen in het batterijcompartiment. Gebruik geen oude of beschadigde batterijen.
  6. Sluit het deksel van de sensor volledig.
  7. Schuif de sensor terug op de afzuigkap/montagebeugel.
  8. Druk eenmaal op de sensorknop om de noodmodus te wissen.
    Opmerking:
    Als de LED geel knippert in plaats van groen wanneer de knop wordt ingedrukt, controleer dan of het deksel van de sensor gesloten is en of die correct op de afzuigkap/montagebeugel is teruggeplaatst.
    Opmerking:
    Gooi de verwijderde batterijen weg volgens de plaatselijke milieuvoorschriften.